Afgelopen vrijdag liep ik over de markt in Deventer, en verbaasde mij over een aantal zeer fanatieke mensen welke druk bezig waren met het bouwen van een brug.
Een brug op de markt, dat leek mij wat raar. Totdat me verteld werd dat dit een voetgangersbrug werd. Een voetgangersbrug met dubbele betekenis.
Via deze brug konden voetgangers, over voetgangers lopen. Met het handjevol mensen wat er op dat moment rondliep leek met dit zwaar overdreven, maar het zou het komende weekeinde echt nodig blijken.
Deze dagen zouden er namelijk zo’n 125.000 mensen komen naar het festijn der festijnen. Het Dickens Festijn. En ik mocht daar ook heen! Een garantie voor niet kunnen slapen.

Het oude gedeelte van Deventer, het Bergkwartier is tijdens het Dickens Festijn omgetoverd tot Dickens stad. Een 19e eeuwse stad uit de tijd van Charles Dickens dus. En dat omtoveren gebeurt vooral met toneelspelers. Zij beelden de figuren uit, uit de boeken van ene meneer Dickens.
Dus liepen er ambachtslieden door het Bergkwartier, kwamen we rijke adelen tegen en zat Queen Victoria ergens een kopje thee te drinken. De Christmas Carol Singers zongen hun liedjes, en groepen met weeskinderen probeerden hun bedelkunsten uit.
En hier tussendoor slenterde een gedeelte van die 125.000 toeristen, en keken hun ogen uit. De rest van de toeristen stond in de rij. Het Bergkwartier is nu ook niet zo groot.

Ik keek mijn ogen uit. Wasgoed uit de ramen, kraampjes met Punch of Gepofte Kastanjes, dronkaards, doedelzakspelers, een herder. Het was er allemaal!
Inclusief Olivier Twist, en Scrooge. Al moest ik even goed nadenken wie dat ook alweer waren.