de mountainbike

Heel Nederland kan weer opgelucht ademhalen: de wielrenners verdwijnen weer langzamerhand van de weg. Oke, een enkeling rijdt door, maar de meesten ruimen de fiets op, en gaan richting sportschool of richting de mountainbike.

Ik “mocht” het afgelopen weekeinde dus ook mijn mountainbike weer opzoeken en vies maken. En eerlijk gezegd? Dat was best wel weer leuk.
Om maar meteen  in de goede stemming te komen reden Jan en ik mee met een officiële toertocht. En aangezien wij niet de enige waren kon ik gelijk een studie maken van de verschillen tussen de mountainbikers en wielrenners. Want die verschillen zijn er zeker!

Het grootste verschil is natuurlijk de fiets. En alhoewel beide categorieën erg trots zijn op hun fiets valt het toch wel erg op dat een racefiets eventueel vies mag worden (maar liever niet) en een mountainbike?  Die is gemaakt voor modder en drek. Door de plassen scheuren!

Ten tweede de lichaamsbeharing, wielrenners scheren hun benen, mountainbikers scheren juist niet. Waarbij ik het dan vooral over de zichtbare delen heb. Er waren in ieder geval genoeg baarden en snorren te zien afgelopen zondag.

En dan de kleding, bij wielrennen luistert het allemaal nogal nauw. Strakke pakjes, matchende kleding en sokken, en de sokken tot op de millimeter nauwkeurig hoog opgetrokken.
Bij mountainbikers zie je enerzijds de mensen welke zeer gestyled nonchalant rondrijden, en anderzijds de mensen welke het inderdaad niet zo veel kan schelen. Als de groene broek en lichtblauw shirt het lekkerste zitten dan maakt het toch niet veel uit dat deze twee items ongelofelijk vloeken bij elkaar?

En tot slot: de taal. Daar waar wielrenners zoveel mogelijk de Engelse taal vermijden, ( De meeste groepen rijden immers in waaiers, ik heb nog nooit iemand gehoord dat ze een “fan” gaan rijden met de groep) praten mountainbikers voornamelijk Engels.
“Dit weekeinde een nieuwe hard tail gekocht,  zometeen even die nieuwe singletrack uitproberen”. En met een mountainbike ga je ook niet een stukje fietsen, nee hiermee wordt gebiked.

En ik? Noem het biken, noem het fietsen, ik had het wel naar mijn zin.