Relatief

Afgelopen week fietste ik 200 kilometer. Op één dag.
Inderdaad was dat een lange dag. Zou ik er betaald voor worden dan had ik misschien nog wel recht op overuren.

Nu moet ik zeggen dat ik dit zelf niet zo bijzonder vond. Ik vond het vooral lastig dat ik de hele dag weg geweest was. (bij thuiskomt was er niet alleen heel veel energie meer over voor de boodschappen, het stofzuigen en de klusjes in de tuin, ook de tijd was op)
Ik had echter de week ervoor de Race Around the Netherlands gevolgd, waar mensen dagenlang 250 of meer kilometer fietsten, met uitschieters naar 650 kilometer. Wat dat betreft was dit een schijntje. Bovendien gaan clubgenoten de Styrkeprøven fietsen, een tocht van 543 kilometers door Noorwegen. Daar waar ook wel wat bergen en dus hoogtemeters zijn.

Aan de andere kant..

Toen ik mijn eerste ritje op de geleende racefiets ging maken werd er gezegd dat ik toch echt wel een tochtje moest maken van anderhalf uur om te kijken of de fiets zou bevallen.

Anderhálf uur.

Ik knikte wat, maar riep zodra we thuis waren dat dat toch echt niet ging gebeuren. Anderhalf uur, wat dacht die vrouw wel? Zo lang?  Het eerste ritje was dus nog geen 30 kilometer.

Bovendien moest ik een half jaar geleden ook weer even slikken toen de eerste 100 kilometer van het seizoen op het programma stond. Mijn ritje van vorige week was toch twee keer zo lang.

Alles is dus toch relatief….
Niet alleen dik of dun, snel of langzaam, mooi of lelijk, maar ook prestaties.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *