Parelli 2.0

“Zeg dat paard?  Heb jij dat nog? En dat gedoe, dat euh… Pirelli, Parelli, doe je daar nog wel iets mee?” “ik hoor er nooit meer wat over?”

Zomaar wat vragen, die ik best eens krijg. En dat zijn nog logische vragen ook.

Ja hoor, ik hoor nog wel tot die club genaamd Parelli behoor.  Ik heb namelijk nog steeds zo’n oranje stok, en ook zo’n halster met van die knoopjes.
( Voor de niet paardenmensen onder ons: hier kunt u lezen wat Parelli überhaupt is).  Het is echter vooral de manier van omgaan met Snuitje waarbij ik het Parelli nog steeds toepas.  Van het poetsen, tot aan het wandelen. Even gedag zeggen in de wei, of even het (appel) klokhuis komen brengen. Dit zijn geen bijzonder moeilijke verrichtingen, maar de gedachtengang van Parelli pas ik er wel bij toe. Waarbij ik gelijk denk dat dit geen unieke Parelli eigenschappen zijn.
Er zullen genoeg paardenmensen zijn die net als ik niet de singel van het zadel gelijk zo strak mogelijk aantrekken, (“adem in, dan trek ik je riem wat strakker”), maar dit over een paar keer verdelen.
Of mensen die net als ik ook gewoon eens Niets doen met het paard. Een dagje alleen maar hallo zeggen in plaats van allemaal moeilijke paardengym oefeningen.

Ik heb deze dingen in ieder geval geleerd van (het programma van) meneer Parelli. En dit is ook wat ik doe met Snuitje.  Ik wandel met hem, ik geef hem een appel, of ik poets hem eens. Even geen grondwerk oefeningen, even geen Parelli “kunstjes”.  Maar de, omgang met, blijft.

Waarbij Snuitje mij er soms fijntjes op wijst dat niet alles in het paardenleven zo hoogdravend is, als wat ik met mijn principes soms denk.

Zo was ik hem bijvoorbeeld vol aandacht en liefde aan het borstelen, en probeerde ik vooral elk signaal van hem op te merken en te vertalen. Toen hij een stapje naar voren deed was ik er dan ook ten zeerste van overtuigd dat de betreffende borstel dus veel te hard was voor de gevoelige huid van zijn hals. En dit probeerde Snuitje mij subtiel duidelijk te maken.

Snuitje had echter ontdekt dat er, daar in de verte nog wat hooi lag, en daar probeerde hij reikhalzend bij te komen.